Voorjaar is het moment waarop iedereen met een groen hart begint te kriebelen – maar welke groenten moet je nou écht in je tuin of op je balkon zetten? Niet alles groeit even makkelijk of snel, en geloof me, ik heb mijn portie mislukkingen gehad. Maar zo ongeveer maanden geleden ben ik me erin gaan verdiepen en wil je een paar slimme tips geven waar je echt wat aan hebt. Spoiler: sla en wortels zijn fijn, maar er is meer dan dat…
1. Sla – de klassieker die altijd scoort
Sla is zo’n groente waar je bijna nooit mis mee kan gaan. Hij groeit snel, heeft niet heel veel gedoe nodig, en je hebt binnen enkele weken je eigen verse blaadjes. Vooral in april/mei kun je beginnen met zaaien, dan krijg je precies genoeg blad voor de zomerse salades. Alhoewel mijn buurvrouw zwoer dat ze met rucola veel meer smaak krijgt – misschien dat ik dat deze zomer ook eens probeer.
2. Wortels – geduld is een schone zaak
Wortels planten is een beetje zoals wachten op je favoriete serie – het duurt even, maar het resultaat maakt het waard. De grond moet lekker los zijn en vooral vrij van stenen (vraag maar aan mijn collega die ooit bijna z’n schop brak). In Nederland is het ideaal om wortels in maart of april te zaaien. Ze houden van koel weer, dus net nu je waarschijnlijk nog niet met het zweet op je rug in de tuin staat. Pro tip: dun zaaien, anders willen ze niet goed groot worden.
3. Spinazie – snel en gezond groen
Een andere bladgroente die mij echt verrast heeft dit voorjaar is spinazie. Vooral in onze streken houdt ‘ie van de frisse lentetemperaturen en groeit hij snel. Het fijne is dat je spinazie meerdere keren kunt oogsten – elke keer gewoon de bovenste blaadjes plukken en hij blijft doorgroeien. Plus, het zit boordevol vitamines. Mijn moeder zegt altijd dat het goed is voor je ogen, en eerlijk? na een paar weken voelde ik me net wat alerter. Kan toeval zijn, maar goed.
4. Radijsjes – de snelle snack uit eigen tuin
Radijsjes zijn echt mijn favoriet als er weinig tijd is. Je zaait ze en binnen een maand heb je al knapperige, pittige knolletjes. Ideaal voor mensen die het geduld niet heel lang kunnen opbrengen of voor wie de kids ook met de schooltuin willen meedoen. Probeer eens verschillende kleuren – rood, roze of zelfs wit. Dat fleurt je plateautje meteen op. Alhoewel, soms wordt het een beetje een moddergevecht bij het oogsten, dat dan weer wel.
5. Peultjes en sugarsnaps – lente in een pols
Deze zoete peultjes zijn wat lastiger dan de meeste groenten, maar geloof me: de smaak is het dubbel en dwars waard. Plant ze in maart in Nederland, zorg voor een klimhulp en je hebt binnen een paar weken een kleine sugar rush uit eigen tuin. Mijn buurman gebruikt ze zelfs rauw door z’n wokgerecht – een tip die ik ga overnemen. Misschien dat het ook een leuk idee is om ze in potten op je balkon te proberen, want ruimte is soms een dingetje.
Een paar extra tips voordat je start
- Zorg voor goede grond – Nederlandse tuinen zijn vaak wat zwaarder. Voeg compost of tuinaarde toe om te verbeteren.
- Plan je zaai- en plantmoment zorgvuldig, maart en april zijn vaak de beste maanden bij ons.
- Gebruik ook eens een kasje of mini-serre voor de minder koude dagen, dat helpt je planten sneller vooruit.
In het kort: voorjaar is de perfecte tijd om flink te zaaien, ook al lijkt het weer nog wat wisselvallig. Probeer vooral wat dingen uit, leer van de mislukkingen (ik weet er een paar) en laat het vooral gezellig zijn. En als je tips hebt voor een groente die ik echt moet proberen, laat het vooral weten – ik ben benieuwd! In ieder geval, je verse groenten van eigen bodem smaken zo veel beter dan die uit de supermarkt. Dus hup, naar buiten met die zaailingen!