Gras laten schitteren, dat is toch de droom van iedereen met een tuin in Nederland? Maar eerlijk, soms lijkt het alsof m’n grasveld altijd ergens te droog, te nat of juist te bruinig is. Vooral die wisselvallige Nederlandse seizoenen maken het niet makkelijk. Toch heb ik de afgelopen tijd wat uitgeprobeerd waar mijn buurman ook al lof over zong — en met een beetje aandacht blijft mijn grasveld toch best mooi, ook in natte winters en hete zomers.
1. Kies het juiste graszaad
Niet elk graszaad is hetzelfde, en dat merk je snel. In onze streken doet een mengsel met roodzwenkgras, Engels raaigras en kweekgras het meestal goed. Die variatie maakt je gazon iets veerkrachtiger — na een koude winter of droge zomer komt ‘ie sneller weer terug. Mijn tip? Kijk ook naar specifieke soorten die tegen schaduw kunnen, want onze tuinen hebben vaak die schaduwplekken van hoge bomen of het erf.
2. Water, maar dan slim
Mijn buurman vertelt altijd dat overvloedig watergeven het gras juist zwakker maakt. Het liefst ‘s ochtends vroeg de tuin sproeien — dan verdampt er minder water en krijgt het gras precies wat het nodig heeft. Tijdens langere droge periodes is het goed om diep en minder vaak te sproeien, zodat de wortels naar dieper water zoeken. Natuurlijk, in onze natte herfst is overslaan prima, maar met zo’n droge zomer van vorig jaar was dat wel even iets om op te letten.
3. Maaien met beleid
De meeste mensen maaien te kort — ik ook, eerlijk gezegd — maar dat is een no-go als je die mooie groene kleur wilt behouden. Ik probeer m’n gras altijd op zo’n 4 centimeter te houden. Die lengte beschermt het tegen uitdrogen en zorgt voor een dichtere mat. En ja, maai vooral als het droog is, want nat maaien beschadigt het gras en je maaimachine. Top-tip die ik laatst hoorde: probeer het ook niet vaker dan één keer per week, tenzij je echt versneld groeit met het voorjaar.
4. Voeding voor je gras
Dat gras leeft niet alleen van water en zon, het heeft ook voeding nodig. In de tuincentra van hier verkopen ze speciale gazonmest. Mijn ervaring — en die van collega’s — is om in voorjaar en najaar te bemesten met een mest die rijk is aan stikstof voor de groei, en in de winter met kalium om het gras sterker te maken tegen kou. Let wel op dat je niet teveel gebruikt, want dan groeit het heel snel en moet je vaker maaien (en dat wil je niet altijd). In ons chattgroepje tuinliefhebbers hoorde ik dat biologische mest in opkomst is — misschien probeer ik dat binnenkort ook eens.
5. Preventie en herstel
Heb je kale plekken of mos? Pak die gerust snel aan. Handig is om het gras af en toe te verticuteren, vooral na de winter. Dat beschadigt het mos en zorgt dat lucht en voeding beter bij de wortels kunnen komen. Op mijn kleigrond heb ik gemerkt dat kalk strooien helpt om de zuurgraad te verbeteren, dat kreeg ik mee van m’n vader. Een beetje moeite, maar het resultaat mag er zijn — fris, groen gras dat je gerust mag showen tijdens de barbecue met vrienden.
In het kort: met slim kiezen, goed water geven — maar niet overdrijven — en een beetje geduld krijg je een mooi grasveldje. Ik ben zeker geen gazon-expert, en misschien werkt het niet voor elke tuin, maar proberen kan nooit kwaad, toch? Wat zijn jouw geheimen om het gras groen te houden, delen mag altijd in de reacties!