Je denkt misschien dat een mooi groen gazon gewoon vanzelf gaat, maar geloof me, dat is het zeker niet. Op mijn eigen stukje gras heb ik heel wat blunders gemaakt waar je makkelijk omheen kunt wandelen. En toch zie ik ze overal: buren die hun gazon verdrinken met water, of juist helemaal niks doen en hopen dat het vanzelf goed komt. In de afgelopen jaren heb ik geleerd wat wél werkt (en wat dus echt niet). Dus als je wil dat je gazon weer fris groen wordt, blijf vooral lezen.
1. Te veel of te weinig water geven
Water geven lijkt logisch, maar hier gaan mensen de mist in. Mijn collega vertelde laatst dat hij z’n gras elke dag sproeit, omdat hij dacht dat het beter was. Maar te vaak water geven zorgt juist voor oppervlakkige wortels, waardoor het gras sneller uitdroogt als je stopt met sproeien. Aan de andere kant, niet genoeg water — vooral in onze warme zomers — laat je gras snel geel en dof worden.
Het beste is om maar één tot twee keer per week diep te sproeien, zo’n 30 minuten, liefst vroeg in de ochtend. Ik probeer dit altijd in de vroege ochtend te doen, zodat het water nog de tijd heeft om in de grond te trekken voor het warme middaguur.
2. Maaien doe je niet zomaar
Een fout die ik – en veel andere fanatieke tuinliefhebbers – maak, is te laag maaien. Ik wil altijd snel resultaat zien, dus ik hak het gras ‘korth’ weg. Fout! Maaien moet je niet te laag doen, want dan verbrand het gras sneller en krijgt onkruid juist vrij spel.
Probeer je grasmaaier op een stand van zo’n 4 tot 5 centimeter te houden. Zo blijft je gras sterk en minder vatbaar voor stress. En trouwens, maai niet als het gras nat is — dat is vragen om problemen die ik vroeger ook slecht begreep.
3. Vergeet bemesten niet
Messing met een grasmaaier vind ik intuïtief, maar bemesten was voor mij altijd een raadsel. Toch heeft mijn buurman me gewezen op het belang van de juiste voeding, vooral in de lente en herfst. Bemesten zorgt ervoor dat je gras sneller herstelt en die diepgroene kleur behoudt.
Kies voor een goede gazonmeststof die past bij het seizoen. Maken dat je niet teveel strooit — want dat kan verbranden! En ja, ook hier geldt: minder is soms meer.
4. Tijd voor beluchten!
Hier was ik eerst heel sceptisch over: beluchten. “Waarom zou ik gaatjes prikken in mijn gazon?”, dacht ik. Maar na een paar keer proberen merkte ik echt verschil. De wortels krijgen zo meer zuurstof, waardoor het gras beter groeit. Vooral bij de zware zandgrond hier in Nederland is dat een aanrader.
Je kunt een speciale beluchtingsvork gebruiken, maar mijn buurman zegt dat een simpele riek ook kan volstaan voor kleine stukken gras. Doe het vooral in het voorjaar of najaar, dan krijgt het gazon een frisse start.
Bonus tip: Pas op met onkruidverdelgers
Veel mensen, ik ook trouwens, grijpen snel naar chemische middelen bij onkruid. Maar vaak beschadigen die ook het gras en verstoren ze de bodem. Probeer eerst regelmatig wieden of natuurlijke oplossingen als azijn. Soms is het geduldiger werken, maar je gazon wordt er uiteindelijk blijer van.
Het klinkt misschien alsof het veel gedoe is, maar geloof me — als je deze fouten vermijdt, zet je al een grote stap naar een mooi groen grasveld. En misschien moet ik zelf ook wat beter opletten, want mijn buurman zegt dat mijn gras er soms ook een beetje slaperig uitziet… Misschien toch iets minder water als die hete dagen eraan komen.
Heb jij ook zulke ervaringen met je gazon? Of gouden tips? Deel ze vooral hieronder — in ons Nederlandse klimaat valt er altijd wat te leren!