Elke keer als ik denk dat mijn planten het deze keer wel gaan redden, gebeurt het toch weer: bladvergeling, verdorde toppen, en die typische ‘ik geef het op’-blik. Ik ben vast niet de enige, toch? In de buurt hoor ik van elke tweede buur dat ze geen groene vingers hebben, terwijl het soms maar een paar simpele missers zijn die roet in het eten gooien. Misschien herken jij jezelf hierin — of heb je net een nieuwe plant gekocht die al half dood lijkt.
1. Overbewatering — de sluipmoordenaar van je planten
Ik dacht vroeger dat planten vooral dorstig waren en heb ze daarom vaak overgoten. Blijkbaar is dat juist het tegenovergestelde van wat ze willen. Met natte potgrond krijgen wortels geen zuurstof en rotten ze langzaam weg. Mijn moeder zei altijd: “Zoek balans tussen te veel en te weinig” — klinkt simpel, maar hier struikel ik bijna altijd over. Probeer eens je vingers in de aarde te steken: voelt het nat en zwaar aan? Dan kan je beter even wachten met water geven.
2. Verkeerde potgrond of potgrootte
Niet elke plant houdt van dezelfde aarde. Een cactus heeft bijvoorbeeld lekker luchtige grond nodig, terwijl varens juist vocht vasthouden willen. En wat ik vaak vergeet — als de pot te klein is, kunnen de wortels zich niet goed ontwikkelen en gaat het mis. Mijn collega, die wat meer oog heeft voor details, gebruikt altijd potten met goede drainagegaten, dat schijnt echt het verschil te maken.
3. Verkeerde plek: te veel zon of net te weinig
Planten zijn net mensen: de een houdt van zon, de ander van schaduw. Ik zet soms m’n monstera pal in het zonlicht — zonde! Die ene hoek in mijn woonkamer is eigenlijk stukken beter. In ons chatje met vrienden hoorde ik laatst over de trend van ‘lichtmeters’ — kleine apparaatjes die meten hoeveel licht je planten precies krijgen. Misschien iets om te proberen, maar ik ben er zelf nog niet helemaal van overtuigd.
4. Vergeten voeding te geven
Ik geef toe, voeding vergeet ik vaak. “Ze halen toch alles uit de aarde?” dacht ik. Maar planten gebruiken voeding om te groeien en sterker te worden. Zeker in potten waar de aarde niet ververst wordt, is een beetje extra kunstmestbron welkom. Niet te veel, trouwens — ik heb ook gehoord dat een overvloed aan voeding meer kwaad doet dan goed.
5. Plagen onderschatten
Een paar weken geleden dacht ik dat mijn plant gewoon wat ziek was, maar toen zag ik van die kleine beestjes op de bladeren. Bladluis bijvoorbeeld kan je planten behoorlijk lamleggen. In de buurt is er een fijne tuinwinkel die biologische middeltjes verkoopt — ben er nog niet helemaal ingedoken, maar misschien moet ik dat toch eens serieus nemen.
Wat nu?
na al die fouten opgebouwd te hebben, probeer ik het steeds meer simpel te houden: goede aarde, de juiste pot, geen overdrijven met water en gewoon af en toe even checken. Misschien werkt het voor jou ook zo, of misschien heb je eigen ‘geheime’ tips? In ieder geval, planten kweken is geen exacte wetenschap. Het blijft ook een beetje gokken, en dat maakt het leuk.
Heb jij ook zo’n verhaal met jouw planten? Deel het gerust hieronder — samen komen we er wel uit of in elk geval vinden we troost in onze groene strijd!