Je loopt de tuin in, klaar om te genieten van het buitenleven, maar in plaats daarvan zie je overal kleine beestjes die zich tegoed doen aan je planten. Herkenbaar? Dat overkomt veel mensen in Nederland, vooral in het voorjaar en de zomer. Maar hoe zorg je er nou voor dat die ongewenste gasten niet kunnen toeslaan? Ik sprak met een paar tuinexperts en verzamelde tips waarvan ik denk dat ze echt werken (of in ieder geval een poging waard zijn).
Welke beestjes zorgen voor de meeste problemen?
Allereerst: niet elk beestje is slecht. Sommige insecten zijn juist ontzettend nuttig! Maar de echte vruchtvreters zoals bladluizen, slakken en rupsen kunnen je tuin snel overnemen. Mijn buurman klaagde laatst over een invasie van de Japanse lieveheersbeestjes – ze zijn eigenlijk onschuldig, maar toen werden het er zo veel dat zelfs andere insecten verdwenen.
Bladluizen zijn waarschijnlijk de meest voorkomende boosdoeners hier in Nederland. Ze zuigen de sappen uit planten en zorgen zo voor verwelking en groeiproblemen. Slakken lusten dan weer graag je sla en jonge plantjes, wat nogal frustrerend kan zijn als je net bent begonnen met tuinieren.
Wat zeggen de experts? Drie praktische tips
- Plant slimme combinaties: Sommige planten werken als natuurlijke insectenwerende middelen. Bijvoorbeeld, lavendel of goudsbloemen trekken nuttige insecten aan die bladluizen en andere plagen opeten. Je kunt ze naast je groente- of bloembed zetten, dat helpt echt.
- Gebruik de juiste afdekmaterialen: Mijn favoriete tip kwam van een lokale tuinier die zweert bij kopertape – dat houdt slakken tegen als je het rondom je planten plakt. Ja, klinkt een beetje ouderwets, maar schijnbaar werkt het en is het milieuvriendelijker dan gif.
- Bewater op het juiste moment: Experts raden aan om ’s ochtends water te geven, zodat de planten droog blijven in de avond. Natte bladeren ’s nachts zorgen namelijk voor meer schimmel en trekken ongedierte aan.
Waarom niet meteen gif gebruiken?
Gif lijkt misschien de makkelijkste oplossing, maar je maakt daarmee vaak meer kapot dan je lief is. Het kan nuttige insecten doden en je bodem minder gezond maken. In Nederland zijn we overigens steeds bewuster van duurzame tuinmethodes. Mijn collega vertelde dat in zijn buurt steeds meer mensen overstappen op biologische bestrijding, zoals het inzetten van lieveheersbeestjes tegen bladluizen.
Extra tip: laat de natuur zijn werk doen
Misschien klinkt het raar, maar soms is het beter om niet te veel in te grijpen. Een tuin die een beetje leeft met insecten en beestjes, blijft op lange termijn meestal gezonder. Door natuurlijke vijanden van plagen aan te trekken – bijvoorbeeld vogels of egels – hou je het evenwicht beter in stand. Althans, dat zeg ik omdat mijn oma dat al jaren doet en haar tuin nooit compleet werd overgenomen door ongedierte…
Dus: geen paniek als je een keer een plaag ziet. Probeer eerst een paar van deze tips en kijk wat het doet. En hey, misschien heb jij wel dé gouden tip voor ons allemaal – vertel het gerust in de reacties!