Ken je dat gevoel wanneer je de planten in je tuin water geeft, maar ze toch wat futloos blijven? Ik heb dat vaak gehad, tot ik begon met zelfgemaakte natuurlijke meststoffen. Makkelijk, betaalbaar en vaak meer voedzaam dan die kant-en-klare uit de winkel. Eigenlijk is het best leuk om te doen — en het ruikt vaak beter dan je zou denken.
Waarom natuurlijke meststoffen?
Je hoeft geen groene vingers te hebben om je planten goed te verzorgen, maar kunstmest voelt soms wat onnatuurlijk, vind ik. Bovendien loopt chemische meststof soms snel uit, en vervuilt het de grond — slechte combo voor de biodiversiteit in onze Nederlandse tuinen. Natuurlijke meststoffen breken langzaam af, geven langdurig voeding, en zijn in veel gevallen gewoon afval dat je toch al hebt liggen.
Drie simpele natuurlijke meststoffen die ik altijd gebruik
- Vlierbloesem- of brandnetelthee: want ja — brandnetels stinken misschien een beetje, maar zitten boordevol stikstof. Simpel: volle emmer water, paar handen brandnetels of vlierbladeren, 1-2 weken laten trekken. Verdunnen met water 1:10 en gieten bij je planten. Ze groeien echt snel!
- Gember- en schilferscompost: vaak gooien we gember- of schilafval weg, zonde! In een composthoop (of zelfs een compostvat) breekt dit materiaal langzaam af en geeft het veel voeding af. Het fijne is dat het ook bodemleven stimuleert — essentieel voor gezonde grond. Ik gooi het in mijn groene container op de hoek, makkelijk toch?
- Koffiedik:
Tips om zelf meststoffen te maken zonder gedoe
Als ik het toch over makkelijk heb — je hoeft geen labs te openen om je eigen meststof te maken:
- Gebruik wat je hebt:
- Let op verhoudingen:
- Geef met beleid:
Een laatste groene gedachte
Misschien ben ik bevooroordeeld, maar ik vind zelfgemaakte meststoffen een stuk fijner dan chemische troep — het voelt als zorgen voor je tuin met eigen handen. Probeer het zelf uit, misschien werkt het voor jouw ruimte ook geweldig. En als je al iets gebruikt, vertel het hieronder in de comments — ik ben benieuwd wat jullie favoriete mengsels zijn!
Nou, in ieder geval: succes met je groene vingers — of dat ze het nog worden!