Heb je ooit zo’n tuin gezien waar alles lijkt te groeien zonder moeite? Die perfecte mix van bloemen, kruiden en groen waar je bijna verwacht dat kabouters rondlopen? Nou, ik dacht altijd dat dat iets voor beroepskwekers was. Maar onlangs – tijdens een wandeling door het Amsterdamse Noorderpark – sprak ik een buurman die zijn tuin omtoverde tot zo’n oase. Hij vertelde me een paar dingen die ik gewoon móest proberen. En geloof me, het is niet zo moeilijk als het lijkt!
Het geheim zit ‘m in de bodem (en de voorbereiding)
Experts zeggen het altijd: gezonde grond is de basis van alles. Maar ja, wie heeft tijd om elke winter de grond te verbeteren? Toch is het niet zo ingewikkeld als het klinkt. Mijn buurman mengt zijn aarde met compost van de lokale kringloopwinkel (ja, echt!) en gebruikt ook regelmatig vermiculiet – daar had ik eerlijk gezegd nooit van gehoord. Het zorgt ervoor dat de grond luchtiger wordt, water beter vasthoudt en dat wortels niet verdrinken of juist uitdrogen.
Misschien is het een hippe truc, maar het werkt. En het mooie: het is niet duur of moeilijk te krijgen in de meeste Nederlandse tuincentra zoals Intratuin of tuinshops in Rotterdam.
Plant slimme combinaties die elkaar versterken
Dat noemen ze dan ‘compagnonplanten’ – planten die het beter doen als ze naast elkaar staan. Bijvoorbeeld basilicum en tomaat (mijn moeder zweert erbij), of goudsbloemen naast groenteplanten, die zo’n beetje als natuurlijke insectenwerende agents fungeren. Lekker eco en geen gif! In ons chatgroepje met buurtgenoten wisselen we altijd tips over welke planten het beste samen gaan, en dat maakt echt verschil, vooral in onze vaak winderige, frisse zeelucht.
Laat de natuur meewerken
Oké, misschien klinkt dit een beetje zweverig, maar ik heb gemerkt dat een tuin die zichzelf een beetje mag regelen, het vaak veel beter doet. Heb je bijvoorbeeld al eens gehoord van ‘mulchen’? Dat is eigenlijk gewoon een laagje organisch materiaal over de grond, zoals houtsnippers of bladeren. Het houdt de bodem vochtig, verhindert onkruid en voedt de aarde. Mijn buurman gebruikte zelfs koffieprut van de buurt cafés (moet je alleen wel even zeker weten dat er geen suiker of melk in zit).
Daarnaast zijn bijen en vlinders je beste vrienden. Zet wat bloeiende planten neer die de pollinatoren aantrekken, en binnen no time merk je dat je fruit en groenten zoveel beter groeien. In ons stadsdeel, Amsterdam-Zuid, proberen steeds meer mensen met zo’n bijvriendelijke aanpak te tuinieren. Het zorgt niet alleen voor betere oogst, maar ook voor een stukje natuur in de stad.
Tot slot: wees niet bang om te experimenteren
Tuinen zijn persoonlijk, net als wij. Mijn buurman begon met fouten – planten die verdroogden, te dicht op elkaar, verkeerde plek in volle zon. Maar beetje bij beetje ontdekte hij wat werkte in onze typische Nederlandse herfst en lente. Dus gewoon doen, proberen, en soms ook accepteren dat iets mislukt. Dat hoort erbij.
Misschien ben ik gewoon enthousiast omdat ik ineens een stuk vaker zelf buiten te vinden ben, maar ik denk echt dat zo’n magische tuin niet iets mysterieus is. Het vraagt alleen tijd, een beetje geduld, en wat slimme tips van mensen die het al een keer geprobeerd hebben.
Heb jij al zo’n tuin of wil je er eentje beginnen? Deel je tips of vragen hieronder, ben benieuwd wat jij het meest lastig vindt!