Je hebt vast wel eens bij een tuin gestaan en gedacht: “Wat ging hier mis?” Nou, geloof me, dat gebeurt vaker dan je denkt. Tuinontwerpen lijken simpel, maar gelooft me — die één fout kan je hele tuin een beetje rommelig of ongezellig maken. M’n buurman begon vorig jaar zelf zijn tuin aan te pakken, maar liep tegen een paar valkuilen aan. In dit artikel vertel ik je de vijf meest voorkomende fouten die zomaar kunnen voorkomen in jouw tuinontwerp en, belangrijker, hoe je ze slim omzeilt.
1. Te veel soorten planten door elkaar
Je ziet het vaak: een verzameling bloemen en struiken zonder enige samenhang. Niks mis met variatie, maar als je zóveel soorten door elkaar zet dat zelfs jij niet weet wat waar staat — tsja, dan werkt het niet. Het maakt het onderhoud lastiger en het oogt snel chaotisch. Probeer te kiezen voor 3-4 planttypes die goed bij elkaar passen qua kleur en groeipatroon. Bijvoorbeeld, combineer vaste planten die in dezelfde seizoen bloeien of schaduwplanten bij een boom. M’n vriend vertelde dat hij in het tuincentrum is gaan vragen wat goed samen gaat — dat hielp.
2. Slechte routing of paden
Je tuin moet ook praktisch zijn. Wat mij opviel bij diezelfde buurman: paden die nogal willekeurig lopen, of te smal zijn om comfortabel te lopen. Dat leidt ertoe dat mensen toch over het gras gaan lopen, waardoor het sneller kapot gaat. Begin met nadenken: van welke plekken loop je het vaakst naar de voordeur, schuur of barbecueplek? Zorg dat de paden logisch zijn en minimaal 60 cm breed, dan is het niet te krap. En nog iets — niet elke rechte lijn is mooi! Soms maakt een lichte bocht het net wat vriendelijker.
3. Gebrek aan schaduwplekken
In Nederland schijnt de zon natuurlijk niet altijd, maar zodra het dan eens lekker warm wordt, mis je die fijne schaduwplek in je tuin. Veel mensen vergeten die mee te plannen, vooral in kleine tuinen. Een parasol is tijdelijk, maar een boom of een pergola werkt veel beter. Zeker een boom planten doe je natuurlijk niet morgen — maar een goede plek reserveren is al een begin. M’n moeder zegt altijd: “Een beetje schaduw is goud waard.”
4. Verkeerde verhouding tussen gras, verharding en beplanting
Je kunt natuurlijk zeggen: “ik wil vooral gras!” Maar een tuin die vooral uit gras bestaat en weinig andere elementen heeft, kan snel saai overkomen. Omgekeerd — teveel tegels maakt je tuin straatachtig en kil. Wat werkt? Zorg voor balans. Bijvoorbeeld: 40% gras, 30% verharding (terras of pad) en 30% groene beplanting. Dat maakt je tuin niet alleen mooier, maar ook onderhoudsvriendelijker. Dit is ook fijn als je kinderen hebt of een hond, ze hebben ruimte en jij rust.
5. Vergeten aan verlichting
We lopen er vaak aan voorbij, maar tuinverlichting maakt een wereld van verschil. Een beetje LED-spots langs je paden, een sfeerlampje bij de zithoek — en je tuin werkt ook in de avond. Ik hoorde laatst van een collega dat hij eerst dacht “wat een gedoe,” maar nu hij ’s avonds buiten zit met z’n gezin — is hij er echt blij mee. Kleiner budget? Kies zonne-lampjes die je makkelijk neerzet.
Wat nou?
Tuinen zijn net mensen — een beetje imperfectie maakt ze juist leuker. Maar als je deze vijf punten niet vergeet, scheelt dat een hoop frustraties. Begin met plannen, stel vragen bij het tuincentrum, en vooral: loop eens in je buurt rond. Vaak haal je ideeën van plekken waar het wel goed gaat.
Heb jij ook een tuinproject lopen of zitten er fouten in jouw ontwerp? Deel je ervaring hieronder — ben benieuwd wat jullie tegenkomen!
