Op een druilerige zondag zat ik weer eens mijn kamerplanten te inspecteren — en natuurlijk zag ik die typische spintmijt weer zitten, zo klein dat je ‘m bijna over het hoofd ziet. Moet je ze dan maar meteen inspuiten met gif? Of zijn er slimmer en vriendelijker manieren om die kriebelige indringers te lijf te gaan? In ons kikkerlandje, waar het weer nogal meebuigt, werkt het publiekelijke standaardadvies soms niet zoals je hoopt. Dus: wat is eigenlijk verstandig?
Welke plagen zijn typisch voor Nederlandse planten?
In Nederland kampen we vooral met spintmijten, bladluizen en wolluizen — je kent ze wel, dat soort ongewenst klein grut dat je groene vriend geel en futloos maakt. Mijn buurvrouw vertelde laatst dat haar kerstster door wolluizen flink kreunde. En ja, zo zijn er nog genoeg verhalen. Maar het leuke is: elke plaag vraagt z’n eigen aanpak.
Waarom niet meteen spuiten?
De reflex is snel: spuit er maar een chemisch middel op — dat haalt die kriebels wel weg. Toch is dat niet altijd de beste optie. Niet alleen omdat je plant er stress van krijgt, maar ook omdat insecticiden nuttige insecten doden. in mijn ervaring is het toepassen van gif onnodig als je eerst een paar simpele trucs toepast. misschien ben ik ouderwets, maar ik probeer eerst natuurlijk te werk te gaan.
Wat wél doen tegen plagen?
- Afspoelen met water. Vaak helpt het om planten simpelweg onder de douche te zetten of met een zachte sproeier kluts van bladluizen en spintmijten weg te spoelen. Mijn moeder deed dat altijd zo – werkt verrassend goed.
- Gebruik van natuurlijke vijanden. Zoals lieveheersbeestjes tegen bladluizen. je kunt ze zelfs bestellen bij gespecialiseerde winkels in Almere of Amsterdam.
- Planten goed verzorgen. Planten die stress hebben door te weinig licht of een verkeerde temperatuur zijn vatbaarder voor plagen. Probeer daarom je plant goed te voeden en op de juiste plek te zetten – bijvoorbeeld niet te dicht bij de verwarming in de winter.
- Zelfgemaakte sprays. Neem een mengsel van water, een paar druppels afwasmiddel en een klein beetje alcohol — werkt soms beter dan dure middeltjes. Maar kijk uit: test altijd eerst een klein bladje!
Wanneer is inspuiten dan wel nodig?
Oké, soms is het gewoon echt een lastige plaag die zich niet zomaar laat wegspoelen. Dan kan een gericht insecticide uit de tuinwinkel, zoals die van DCM of Pokon, helpen. Maar spuit altijd ‘s avonds als de zon onder is, anders verbrand je de bladeren sneller en nog iets — lees de gebruiksaanwijzing en gebruik vooral handschoenen. Zo’n potje kan praktisch zijn, maar het moet écht de laatste oplossing zijn. Mijn collega op kantoor zei laatst: “ik spuit alleen als ik geen keus meer heb.” Misschien niet voor iedereen, maar ik snap ‘m wel.
Tot slot: blijf vooral goed opletten
Het stomme is: plagen herkennen is vaak het moeilijkste. En zelfs een beetje laten doorgaan, kan soms geen kwaad — het stimuleert de plant ook om zich te wapenen. Althans, dat las ik ergens. Dus ja, ga je meteen spuiten? Misschien niet. Maar blijf wel alert en zorg goed voor je planten. Want uiteindelijk wil iedereen gezonde groene vrienden op z’n vensterbank, toch?
Heb jij nog een slimme tip of juist een drama over plantenziekte? Deel het gerust hieronder — altijd leuk om te horen hoe het andere plantenliefhebbers vergaat!
