Op de een of andere manier lijkt iedereen in Nederland ineens een moestuin te hebben. Alleen – waarom lukt het niet altijd om er écht iets lekkers uit te halen? Laatst sprak ik mijn buurman, die al jaren een stukje grond bewerkt, en hij gaf me een paar verrassende tips. Blijkbaar gaat het niet alleen om zaaien en wachten, maar om een paar slimme trucs die je vast niet dagelijks hoort.
Begin met de bodem – dat is echt waar het allemaal om draait
Ik dacht altijd dat je gewoon zaait, water geeft en afwacht. Maar nee, de bodem is als het ware het fundament van je moestuin. Dus: maak tijd vrij om de grond goed te bewerken. Even spitten, eventuele stenen verwijderen, en – dit vergeet bijna iedereen – compost toevoegen. Zelf gebruik ik altijd die van de lokale tuincentrale hier in Amsterdam, is toch net iets beter dan die standaard uit de supermarkt.
Waarom compost? Omdat het je aarde voedt, vocht vasthoudt en de structuur verbetert. Zonder dat kun je beter niks zaaien.
Kies slimme combinaties (wat groeit goed samen?)
Ik was er ook niet van op de hoogte hoe belangrijk combinatieteelt eigenlijk is. Kollega’s in het tuinenchatgroepje raadden aan: plant tomaten bij basilicum, dan schijnen ze beiden beter te groeien én het helpt tegen plagen. Wortels en uien kun je beter niet te dicht bij elkaar zetten – ze stelen voeding.
Een paar maanden geleden las ik dat de meeste beginnende tuiniers juist door verkeerde combinaties in de knoop raken. Die combinatie van kennis en ervaring maakt het verschil, denk ik.
Water met beleid (en niet altijd even veel)
Over wateren – dat blijft lastig. Mijn moeder zeurde altijd: water in de ochtend, nooit in de avond. Misschien heeft ze wel gelijk, want planten krijgen dan minder last van schimmel. Maar eerlijk, ik vergeet het ook wel eens en geef ’s avonds water – en meestal gaat het wel goed. Waarschijnlijk hangt het ook af van het type plant.
Probeer het watergeven dus af te stemmen op het weer: na een regenbui kan je rustig een dag wachten. En hou je grond in de gaten – droog of juist drassig, beiden is niet ideaal.
Plagen en ziektes: je hoeft niet meteen naar gif te grijpen
In ons buurtje gebruiken veel mensen biologische middelen, maar het beste wapen blijft eigenlijk: preventie. Denk aan natuurlijke vijanden zoals lieveheersbeestjes, of af- en toe zelf gebrouwen knoflookspray. Soms durf ik te denken dat de natuur het echt wel zelf kan regelen als we maar niet te krampachtig ingrijpen.
Hoewel ik toegegeven niet altijd zuinig ben geweest met olijfolie tegen bladluizen – soms werkt het, soms heeft het weinig effect. Misschien had ik gewoon geluk? Of pech… wie zal het zeggen.
En tot slot: blijf experimenteren
Succes komt niet vanzelf, vind ik. Het is vooral veel uitproberen, kijken wat jouw stuk grond echt wil, hoe het weer pikt en waar je zelf plezier van krijgt. ik heb bijvoorbeeld vorig jaar courgettes geplant in potten – werkt eigenlijk verrassend goed. En mijn buurman zaaide radijsjes met de buurtkinderen, wat het hele seizoen verrassend levendig maakte.
In de moestuin gaat het dus niet om perfectie maar om betrokkenheid. Probeer een paar van deze tips uit en kijk wat voor jou werkt. Laat vooral weten hieronder wat bij jou goed ging – of juist niet, ik ben benieuwd!