Heb je ook zo’n balkon waar de bakjes en potten wachten op een groen wonder? Niet meer alleen die verwelkte plantjes maar écht iets wat groeit en zelfs eetbaar is? Nou, ik ben maanden geleden ook begonnen met een balkonmoestuin — en nee, het ging niet meteen perfect. Maar als je deze 5 simpele stappen volgt, heb je een redelijke kans dat het bij jou wél gaat werken. Echt stappen die ik zelf heb geprobeerd (en soms flink mee heb geworsteld) – dus je hoeft het wiel niet opnieuw uit te vinden.
1. Kies de juiste planten voor jouw balkon
Niet elke plant houdt van potten, zon (of schaduw) en de Hollandse wind. Mijn buurvrouw zweert bij tomaten en kruiden zoals basilicum en peterselie — die zijn relatief makkelijk en geven snel resultaat. Maar misschien wil je liever sla of radijs? Check even hoeveel uur zon jouw balkon krijgt, dat bepaalt of je bijvoorbeeld sla of paprika moet planten. Maanden terug las ik ergens dat kruiden bijna overal groeien, dus dat is sowieso een no-brainer om te beginnen.
2. De juiste potten en grond zijn halve werk
Even eerlijk – ik dacht eerst “alle potten zijn potten”, maar dat klopt niet helemaal. Kies potten met goede drainage (anders gaat al je moed toch rottend weg) en vul ze met kwaliteit moestuingrond, geen gewone aarde uit de tuin. Een collega vertelde me dat goedkope grond vaak te arm is en planten daarom size niet altijd vergroten. En ja, die goeie grond is even duur, maar beter dan elke week opnieuw water geven zonder resultaat.
3. Water geven met mate (maar wel regelmatig)
Dit is tricky – in ons kikkerlandje regent het vaak, maar toch moet je je planten in de gaten houden. Ik heb het zelf meegemaakt: een dag vergeten water geven gaat misschien nog, maar twee dagen achter elkaar? Dan gaan ze hangen als natte vaatdoekjes. Mijn tip: koop een klein meetertje of gebruik een vinger om te voelen of de grond nog vochtig is. En let op de tijd van de dag: ’s ochtends water geven voorkomt schimmel en geeft planten een frisse start.
4. Voeding is geen overbodige luxe
Moestuin zelf is vaak arm qua voedingsstoffen, dus zelfs met de beste grond moet je af en toe mest of speciale vloeibare voeding geven. Maandelijks is vaak genoeg (zie de aanwijzingen op de verpakking). Mijn moeder zweert bij biologische mest omdat het minder chemisch en beter voor de bijtjes is. En als je wat kruiden hebt, kan je ook compost maken van etensresten — het is even werk, maar je balkon zegt je dank!
5. Geduld en experimenteren
Je tuinieren gaat niet altijd zoals gepland – soms groeien planten niet, soms overweldigt de slak het hele zaakje. Maar dat hoort erbij. Pas je planten aan, probeer nieuwe combinaties uit (zoals mijn combinatie van cherrytomaten + basilicum) en vergeet niet te genieten van het proces. Het is mijn ervaring dat als je het leuk houdt, de kans groter is dat het een succes wordt — en anders leer je in ieder geval iets nieuws.
kortom, een balkonmoestuin starten is helemaal niet zo ingewikkeld als het soms lijkt, maar je moet wel een beetje willen puzzelen met zon, water en geduld. Als het lukt, pluk je de vruchten letterlijk van je eigen werk – en geloof me, die tomaatjes smaken dan stukken beter dan van de winkel.
laat hieronder weten wat jouw ervaring is met balkonmoestuinen — of welke plant jij als eerst zou willen proberen. in ons chatgroepje spraken we laatst nog over de beste planten voor Noord-Nederland, misschien komt daar ook iets interessants uit.
