Je kent het wel — die kleine beestjes die ineens je favoriete plant lijken te willen overnemen. En soms lijkt het alsof niets werkt… maar toch zijn er een paar simpele manieren die echt helpen om je planten in topvorm te houden. Ik hoorde laatst van een buurman die z’n hele tuin redde met een paar slimme trucs, en ik dacht, misschien zijn ze ook voor jou handig. In dit stuk deel ik vijf praktische tips voor plaagbestrijding die ik zelf (en anderen hier in Nederland) vaak gebruik.
1. Vroeg beginnen is het halve werk
Voorkomen is beter dan genezen — daar begint het mee. M’n moeder zei altijd dat je planten regelmatig moet controleren, het liefst één keer per week. Kleine spinnetjes, witte vliegjes of bladluizen die je in een vroeg stadium spot, kun je veel makkelijk te lijf gaan dan als ze zich al verspreid hebben. In onze buurt zie je dat mensen die dit doen minder last hebben van plagen.
2. Gebruik natuurlijke vijanden
Dat klinkt misschien vreemd, maar sommige insecten eten de “slechte” beestjes gewoon op. Zo zag ik bij de tuinwinkel in Utrecht dat ze lieveheersbeestjes verkopen om bladluizen te bestrijden. Mijn collega zweert erbij en zegt dat het resultaat beter is dan chemische middelen. Natuurlijk is het niet 100% gegarandeerd, soms moet je gewoon even geduld hebben.
3. Milde zeepoplossing als eerste hulp
Ik heb dit een keer geprobeerd toen mijn basilicum onder de bladluizen zat. Gewoon een beetje neutrale zeep oplossen in water en met een plantenspuit het blad inspuiten. Gek genoeg werkt dat meestal beter dan ik verwacht had. Even met een doekje de beestjes eraf wrijven helpt ook mee — al is het klusje best priegelwerk.
4. Houd de omgeving schoon
Verwijder dode bladeren en ander plantenafval rond je potten en tuin. Die bieden namelijk een fijne schuilplaats voor plagen. Toen ik dat laatst bij m’n buurman zag, viel het me op hoeveel minder vieze beestjes hij had in vergelijking met iemand die z’n tuin liet versloffen. Misschien niet heel spannend, maar wel belangrijk.
5. Wissel planten af
Een tuin vol één soort is eigenlijk een uitnodiging voor plagen. Diversiteit zorgt voor minder kans op ziektes en insectenplaag. Dit geldt vooral voor moestuinen in Nederlandse klimaten, waar wisselteelt echt werkt. M’n oom vertelde dat hij daardoor bijna geen last meer heeft van dezelfde plaag twee jaar achter elkaar.
Bonus: Niet alles wat je ziet is meteen een plaag
Het is verleidelijk om meteen te spuiten als je kleine beestjes ziet, maar misschien zijn het nuttige insecten? Als het blad niet kapot is, zou ik het soms even aankijken. Misschien komt de natuur zelf met een oplossing. Wellicht klinkt het suf, maar mijn ervaring zegt ook: soms is niets doen de beste keuze.
Kortom, met deze vijf tips kun je makkelijk zelf aan de slag en je planten gezond houden, ook als het buiten kouder wordt. Dus volgende keer als je schildluizen of spint ziet — niet meteen paniek, maar check deze stappen even. En hoor zeker wat jij doet — misschien heb je zelf wel een gouden tip die ik nog niet ken?