Plagen en ziektes in de moestuin — wie kent het niet? Je zaait hoopvol je groenten uit en ineens zitten er allemaal beestjes te knagen, of die lelijke vlekken verschijnen op je bladeren. M’n buurman verzuchtte laatst nog dat hij z’n tomaten dit jaar weer kon weggooien. maar ik ontdekte een truc die het bij mij echt minder maakt. kan het toeval zijn? Misschien. Maar het werkt best goed, dus ik deel ‘m even.
Wat is het geheim? Diversiteit in je tuin
Net als in de natuur: variatie zorgt voor balans. Monocultuur — één soort plant over de hele bak — nodigt juist uit tot plagen en ziektes. Plagen houden van eentonigheid, een beetje zoals wij bij saaie feestjes. Terwijl als je verschillende groenten, kruiden en bloemen gezellig door elkaar zet, helpt dat om de “slechte gasten” op afstand te houden.
Op mijn balkon zet ik bijvoorbeeld vaak basilicum tussen de tomaten. Die geur schijnt die vervelende witte vlieg weg te jagen. Daarnaast plant ik afwisselend worteltjes en uien — schijnt ook een goede combi te zijn tegen wortelloofvlieg. of het voor iedereen werkt, daar ben ik niet 100% zeker in, maar het helpt mij zeker.
Praktische tips voor meer diversiteit
- Maak een schema: Wissel af welke groenten je waar en wanneer plant.
- Laat wat bloeiende planten staan: bijvoorbeeld goudsbloemen — die trekken nuttige insecten aan die plagen opeten.
- Gebruik kruiden als afweermiddel: denk aan knoflook, dille, venkel.
- Plant stevig spul: Andijvie, rucola en spinazie zijn trouwens minder gevoelig voor plagen.
Waarom werkt deze aanpak eigenlijk?
Plagen zijn nogal kieskeurig en haken snel af als ze hun favoriete maaltijd niet dicht bij elkaar vinden. Daarnaast helpen natuurlijke vijanden als lieveheersbeestjes en sluipwespen mee om het probleem te tackelen. En die komen juist af op gevarieerde tuinen waar genoeg nectar en schuilplek is. Dus: hoe meer variatie, hoe minder je hoeft te spuiten met chemische middelen. Ja, soms gaat het nog wel eens mis — vooral in uitzonderlijk natte seizoenen — maar dat hoort erbij..
mijn moeder zei altijd: “de natuur lost het meestal wel op, als je ‘m de kans geeft.” en ik begin dat te geloven.
Wat kun je vandaag nog doen?
Je hoeft niet alles ineens om te gooien. Begin klein: koop eens een zakje goudsbloemzaden bij de Intratuin of bij de plaatselijke kweker, en strooi ze tussen je groenten. Zie het als je persoonlijke verdedigingsteam tegen plagen. Of vraag je buurman of die jou een zaailing kan geven — ik hoorde dat samen tuinieren ook gezellig is.
kortom — probeer het eens, en check over een paar weken wat er verandert. misschien heb je ‘t geluk, misschien ook niet. maar sowieso vermijd je zo een hoop ellende. ook leuk: hoe meer je varieert, hoe smaakvoller je oogst meestal wordt. dus, wie weet, volgend jaar een veel vollere tafel met verse groenten!
Vertel eens, hoe pak jij het aan in je moestuin? Heb je ook zo’n onmisbare tip, of was dit juist weer nieuwe info? Laat het hieronder weten!