Heb je ook wel eens het gevoel dat je tuin een voortdurende strijd is? Onkruid dat altijd weer terugkomt, planten die ineens geen zin meer hebben om te groeien, en dat altijd maar water geven… Mijn tuin leek maanden geleden ook een beetje een ramp. Maar, inmiddels heb ik een paar handige trucs ontdekt waarmee mijn tuin groener is dan ooit — én zonder dat ik er dagelijks bovenop moet zitten. Misschien werkt het voor jou ook wel?
1. Kies planten die bij het Nederlandse klimaat passen
Een groene tuin begint bij de juiste keuze. Het klinkt evident, maar veel mensen nemen planten in hun tuin die eigenlijk niet thuishoren in ons klimaat. Denk aan vaste planten als Vinca minor, Lavendel of Sedum. Die zijn namelijk mooi én robuust tegen onze wisselvallige zomers en frisse winters. Mijn buurman zwoer bij lavendel naast z’n schutting – het trekt ook nog eens bijen aan, goed voor het ecosysteem.
2. Mulchen is je beste vriend
Oké, misschien heb je er al van gehoord, maar mulch maakt écht een verschil. Door de grond te bedekken met organisch materiaal zoals houtsnippers, bladeren of gedroogde grasresten, houd je de grond langer vochtig en voorkom je dat onkruid te makkelijk opkomt. Ik had maanden geleden een hoop onkruid en sinds ik dit doe, is het duidelijk minder geworden – al blijf ik het natuurlijk wel af en toe even nalopen.
3. Slim water geven – niet te veel, niet te weinig
Water geven klinkt eenvoudig, maar doe het liever ’s ochtends vroeg of tegen de avond. Zo verdampt er minder water en krijgen de planten precies wat ze nodig hebben. Mijn collega vertelde laatst dat hij z’n regenwater opvangt in een regenton, makkelijk én duurzaam. Al heb ik zo’n ding niet, misschien dat ik het binnenkort maar eens regel – hoor je me straks klagen dat ik teveel water moet zeulen?
4. Gebruik bodembedekkers
Ik ben fan van bodembedekkers zoals kruipend zenegroen of maagdenpalm. Die zorgen ervoor dat de bodem bedekt blijft en onkruid minder kans krijgt. Plus, het ziet er natuurlijk ook veel voller en levendiger uit — geen kale plekken meer! Misschien niet voor elke tuin geschikt, maar wie een beetje schaduwplek heeft, kan hier écht mee scoren.
5. Minder mest = beter
Je hoort vaak dat je planten extra moet voeden met mest, maar soms werkt dat juist averechts. Natuurlijk, ze hebben voeding nodig, maar te veel kan de balans verstoren en mos of algen stimuleren. Probeer het eens met natuurlijke meststoffen, zoals compost uit je eigen tuin. ik gebruik sinds kort een simpele compostbak en het bevalt prima, hoewel het maar langzaam gaat.
Tot slot
Een groene tuin zonder gedoe? Het is best te doen, al zal het niet bij iedereen precies zo makkelijk gaan. Maar met deze tips help je je tuin alvast een stukje op weg. Probeer een paar dingen uit, kijk wat werkt voor jouw stukje groen en laat vooral het perfectionisme los. En hey, als je zelf nog goede trucs hebt, deel ze vooral hieronder — onze tuingemeenschap kan die tips altijd gebruiken. In de tuin komt niks vanzelf, maar soms helpt kleine moeite echt groot.
