Je hebt met liefde je tuin aangelegd, maar ineens duiken er overal plagen op. Herkenbaar? Dat is geen toeval — veel tuiniers maken dezelfde fouten waardoor insecten en ziekten zich perfect thuis voelen. Zelfs mijn buurman, die al jaren zijn volkstuin verzorgt, worstelde ermee. In deze post vertel ik welke valkuilen je moet vermijden, gebaseerd op wat ik zelf heb geleerd (en soms nog leer…)
1. Verkeerde plantencombinaties gebruiken
Ik dacht altijd: gewoon leuke bloemen bij elkaar zetten, klaar. Maar planten hebben voorkeuren en afstotingen. Bijvoorbeeld, tomaten en aardappels in je moestuin combineren is een no-go — ze trekken dezelfde schimmels aan. Daardoor is de kans op plantenziekten groter.
Tip: gebruik combinatielijsten met ‘vriendelijke’ buren, zoals wortelen naast uien. Mijn collega uit Groningen zweert erbij en zegt dat het écht scheelt.
2. Te dicht planten = gratis buffet voor plagen
Ik ben ook schuldig hieraan. Planten te dicht op elkaar zetten lijkt overzichtelijk, maar creëert microklimaten waar schimmels en insecten tot speed kunnen komen. Je geeft ze er gewoon gratis huisvesting.
Luchtcirculatie is belangrijk — dus liever een paar planten minder en meer ruimte. Zeker in de vochtige Nederlandse zomers helpt dat om rot en muggen tegen te gaan.
3. Vergeet niet de grond te controleren
Vaak focussen we op de planten zelf en vergeten de basis: de bodem. Te nat, te droog of arm aan voedingsstoffen — al die dingen maken je tuin kwetsbaar voor ongedierte. M’n oma zei altijd: “Gezonde grond, gezonde planten”. Klinkt simpel, maar zo waar.
Probeer compost bij te mengen en let op de pH-waarde. In Nederland ligt die meestal tussen 5,5 en 7, maar let op verschil per plant. Een keer per jaar een bodemtest doen kan je veel ellende besparen.
4. Overmatig gebruik van kunstmest en pesticiden
Ik snap het — soms wil je snel resultaat. Maar overbemesting kan planten stress geven, ze worden zwakker en juist aantrekkelijker voor plagen. En pesticiden? Die doden ook nuttige insecten, wat het probleem vaak erger maakt.
Beter: kies voor groenbemesters en natuurlijke vijanden zoals lieveheersbeestjes. Mijn buurvrouw in Rotterdam plant altijd basilicum tussen haar tomaten: dat schijnt muggen af te weren. Misschien helpt het ook bij jouw tuin?
Bonus: vergeet het tuinonderhoud niet
Het klinkt alsof ik het hier heb over de basics — nou ja, dat is het ook. Schoonhouden, dode bladeren weghalen, en regelmatig controleren helpt enorm. In ons lokale tuinforum zegt iedereen: “aandacht voorkomt plagen”. En je hebt het zelf natuurlijk eerder door dan die beestjes.
In het kort: let op plantencombinaties, geef ze ruimte, verzorg je bodem en wees spaarzaam met kunstmest en gif. Misschien zijn het clichés, maar soms is dat gewoon de beste aanpak. Althans, dat werkt bij mij tot nu toe…
En jij? Welke tuinfout maakte jij en welke pluim geef je jezelf omdat je ‘m wist te fixen? Schrijf het hieronder, ik ben benieuwd!