Als je net zo bent als ik — een liefhebber van een groene tuin die er netjes uitziet, maar geen zin heeft in uren maaien — dan weet je hoe lastig het kan zijn om de juiste soort gras te kiezen. Er bestaan zo veel verschillende opties, en soms lijkt het alsof elk soort “perfect” is. Maar wat is nou echt het verschil tussen gewoon gras en kruipend gras? Vooral hier in Nederland, met ons wisselvallige klimaat, is dat best een ding om over na te denken.
Misschien denk je: “ach, gras is gras, toch?” Nou, niet helemaal…
Waarom maakt kiezen van het juiste gras zo’n verschil?
Een grasmat op je gazon is niet alleen maar mooi om naar te kijken — het bepaalt ook hoeveel onderhoud je eraan hebt, hoe hij bestand is tegen het weer en hoeveel plezier je er uiteindelijk van hebt. Stel je voor: je kiest een gras dat niet lekker uitschiet in onze natte winters, of juist te snel droog wordt in de zomer. Dan krijg je zo’n bruine, kale bende waar je geen plezier aan beleeft.
Kruipend gras, ook wel “kruipriet” genoemd, heeft naast wortels ook uitlopers die de grond als het ware dichttapijten. Daardoor is het gazon veel dichter en groeit het sneller dicht na beschadigingen. Als je kinderen hebt of een hond — iets wat ik zelf ook heb — merk je hoe fijn dat kan zijn.
Gras of kruipend gras: de voor- en nadelen
- Regulier gras: groeit voornamelijk recht omhoog, makkelijk om te maaien, maar als je er doorheen loopt, kan het sneller kapot en minder dicht worden.
- Kruipend gras: breidt zich horizontaal uit, herstelt zich sneller en geeft een dichte, sterke grasmat. Maar ja, soms vraagt het wat meer geduld om het helemaal mooi te krijgen.
Wat collega’s in mijn buurt merkten: bij veel gebruik van het gazon (voetballen, BBQ’s, kinderspelen) is kruipend gras echt fijner. “Maar het kost meer moeite om het aan te leggen” — zei m’n buurman laatst. En ik denk, ja, want je moet stevig zaaien en zorgen dat het goed vochtig blijft, vooral die eerste weken.
Welk gras past bij welke situatie?
Nederland is natuurlijk niet één grote grasmat. In de stad heb je vaak minder ruimte, misschien staat het gazon meer in de schaduw. Daar werkt grassesoort zoals Roodzwenkgras goed, die beter groeit in schaduwrijke plekken. Voor open velden en zwaarder gebruik van het gazon zijn soorten met veel kruipende eigenschappen ideaal, zoals Gewoon Engels Roodzwenkgras of een mix met Roodzwenk en Veldbeemdgras.
Mijn moeder zei vroeger altijd: “kijk eens naar je buren”, en dat helpt soms echt — vooral omdat het gras dat daar groeit waarschijnlijk goed past bij de lokale omstandigheden.
Hoe leg je zo’n grasmat eigenlijk aan?
Het klinkt simpel — zaad strooien en wachten tot het groeit — maar er zit meer achter. Goede grondvoorbereiding is key: losmaken, stenen eruit halen, egaliseren. Daarna is zaaien met de juiste dichtheid belangrijk, vooral bij kruipend gras. Probeer het in april-mei of in augustus-september te doen, want dan zijn de omstandigheden ideaal.
– Water geven is ook cruciaal, zeker de eerste 2 weken.
– Maaien doe je zodra het gras zo’n 7 cm is, maar niet lager dan 4.
– En probeer het gazon niet te betreden als het nat is — ik weet, moeilijk met die Hollandse regenperiode, maar t helpt echt.
Heb je nog een gazon, of ben je net begonnen?
Ik ben benieuwd — wat voor gras heb jij in je tuin? En zou je wel eens kruipend gras willen proberen? De volgende keer dat ik in de buurt van een tuincentrum ben, ga ik zeker wat zaad proberen voor mijn schaduwrijke hoekje. Misschien groeit het dan wel sneller dicht dan nu.
Laat vooral weten hoe het bij jou gaat — of als je nog een goede tip hebt. Want eerlijk, in de praktijk blijkt vaak dat theorie en realiteit nét even anders zijn.
In ieder geval, gras kiezen is meer dan zomaar wat zaaien. In de tuinierwereld blijkt dat elke soort z’n eigen verhaal heeft, en soms wil je gewoon een beetje experimenteren.
In het kort: gras of kruipend gras kiezen hangt af van gebruik, locatie en hoeveel werk je wilt doen. Maar gelukkig is er voor ieder wat wils.
Succes ermee en happy gardening in het mooie Nederland!