Heb je ook zo’n fruitstruik in je tuin die maar niet écht wil opleveren? Je geeft water, snoeit netjes en toch hangt er aan het einde van het seizoen weinig tot niets aan. Best frustrerend, zeker als je buurman met volle manden plukt. Maar ja, waarom blijven onze struiken toch vaak zo mager? Ik ben er zelf ook maanden mee bezig geweest — soms lijkt het alsof ze expres niets geven. Gelukkig leerde ik een paar trucjes die jouw struiken weer lekker productief kunnen maken. En nee, het gaat niet altijd om mest of water alleen.
1. Onjuiste standplaats = weinig fruit
Met een fruitstruik kun je niet zomaar zeggen: “zet ‘m daar maar, het groeit toch overal”. Fruitstruiken hebben zon nodig — veel zon! En ja, in Nederland is dat soms een uitdaging, maar probeer ze zo te plaatsen dat ze minstens 6 uur per dag zon krijgen.
Mijn buurvrouw had haar aalbessenstruiken halverwege de voortuin geplant — best beschut door een schutting en zelfs soms schaduw van de esdoorn. Resultaat? Heel weinig bessen. Toen ze de struiken verhuisde naar een zonnige plek, knapte de opbrengst binnen een seizoen enorm op. Misschien helpt het jou ook.
2. Snoeien is geen straf, maar een must
Veel mensen houden niet van snoeien — ik snap het, want het lijkt alsof je de plant pijn doet. Maar het tegenovergestelde is waar. Fruitstruiken zijn net mensen die wat lucht en licht in hun leven nodig hebben. Met het juiste snoeien stimuleer je nieuwe scheuten waar wél vruchten aan komen.
- Verwijder oude takken die geen vruchten meer geven
- Dun te dicht op elkaar groeiende scheuten uit — zodat licht en lucht tussendoor kunnen
- Snoei in het juiste seizoen: meestal in het vroege voorjaar
Ik vergat dit een keer en m’n struiken gingen echt onder in hun eigen woud. Sindsdien snoei ik trouw en pluk ik veel meer bessen, pruimen, of wat ik dan ook heb geplant.
3. Voeding: ja, maar minder is soms meer
Je zou denken: geef ‘m alleen maar mest en het komt wel goed. Nou, niet helemaal. Overbemesting, vooral met stikstof, stimuleert vooral de bladgroei — maar de vruchtvorming blijft achterwege.
Gebruik liever een uitgebalanceerde meststof, zoals compost of mestkorrels speciaal voor fruit. En stop met bijvoeden als de struik in bloei staat — dat kan de fruitzetting juist verstoren. Mijn eigen ervaring was dat ik soms te enthousiast mestte, en dan had ik mooie bladeren maar weinig appels of bessen.
4. Bestuiving: het kleine mirakel waar je niet altijd aan denkt
Fruitstruiken hebben vaak bestuiving nodig om vruchten te produceren. Dat betekent meestal dat er bijen, hommels of andere insecten in de buurt moeten zijn. In stedelijke of drukke tuinen blijft het soms stil terwijl er geen beestjes langskomen.
Wat kan je doen? Plant bloemen in de buurt die bijen aantrekken, zoals lavendel of klaver. Ook is het goed om verschillende rassen van fruitstruiken te planten — die kunnen elkaar vaak beter bestuiven. Mijn vader zei altijd: “een struik alleen is maar eenzaam” en hij had gelijk.
Wat nu?
Dus, als je struiken het laten afweten, check dan eerst waar ze staan. Snoei ze, geef ze de juiste voeding en zorg voor goede bestuiving. De natuur is net zo’n grillige partner soms — maar met aandacht en geduld kan het zeker goedkomen.
Heb jij ook zo’n verhaal over je fruitstruiken of nog een gouden tip? Laat het hieronder weten, ik ben benieuwd wat er bij jullie in de tuin gebeurt.