Iedereen wil ze: die perfecte, rode en sappige aardbeien, gewoon uit eigen tuin. Maar vaak krijg je óf kleine, óf waterige bessen, en dat is toch een beetje zonde van al dat werk. op zich lijkt het simpel, maar er zit best wat nuance in om die zomerhit elk jaar weer te scoren, vooral hier in Nederland waar het weer soms wat onvoorspelbaar is.
mijn buurvrouw zwoer er bijvoorbeeld bij om haar aardbeien ‘vroeg te planten’ — maar ik denk dat het niet alleen daar om draait. In deze minispecial laat ik je 5 tips zien die ik zelf (en collega-tuiniers uit de buurt) heb uitgeprobeerd. misschien werkt het voor jou ook, of anders is het gewoon leuk geprobeerd.
1. Kies de juiste aardbeivariant
Er bestaan honderden soorten aardbeien, maar niet alle soorten zijn even geschikt voor het Nederlandse klimaat of jouw tuin. Mijn ervaring: ‘Elsanta’ is een klassieker die het altijd redelijk doet, maar er zijn ook verrassend goede remhybriden zoals ‘Mara des Bois’. Die laatste ruikt heerlijk en smaakt bijna alsof je een taart eet, althans als ze goed rijpen!
2. Plant ze op een zonnige plek met goede drainage
Aardbeien houden van zon, maar niet van natte voeten. vorige lente heb ik per ongeluk een plant in een donker hoekje gezet —waardoor ze wel groeiden, maar minder smaakvol waren. Pro tip: zorg dat je tuinbed iets verhoogd is en dat water makkelijk weg kan lopen. zo voorkom je rotte wortels en krijg je meer zoete bessen.
3. Gebruik bodembedekkers en mulch
Mulchen met stro of dennennaalden helpt niet alleen om onkruid te vermijden maar houdt ook de bodem vochtig en koel. In ons familieforum werd vaak besproken dat mulch de smaak en sappigheid verbetert. ook voorkomen zo de bessen dat ze op de aarde liggen en vies worden — een klein detail, maar oh zo belangrijk.
4. Regelmatig snoeien en oude planten vervangen
Het is verleidelijk om aardbeienplanten te laten groeien tot een woestijn, maar dat is vaak het moment dat de oogst tegenvalt. Snoei oude en zieke bladeren weg, en vervang je planten na 3 jaar. vers is altijd beter — mijn schoonmoeder doet dat netjes elk najaar en ze heeft elk jaar flinke oogsten.
5. Bemesting: niet te weinig, niet te veel
dit is misschien wel het lastigste. teveel mest en je krijgt weelderige planten maar weinig bessen, te weinig en ze worden klein en zuur. Ik gebruik graag een organische meststof en strooi dat net voor de bloei. soms vergeet ik het, soms doe ik het te laat — en dat merk je meteen in de smaak. maar goed, het is geen exacte wetenschap.
in het kort: goede aardbeien komen niet zomaar uit de grond vallen, maar met aandacht voor soort, plek, verzorging en timing wordt het al stukken makkelijker om elk jaar te genieten van je eigen fruit. misschien dat je buurman een keer komt smullen — of je deelt die tip in de straatapp, want aardbeien delen is toch het leukste!
wat zijn jouw ervaringen met aardbeien kweken? heb je nog geheime tips of juist een grote blunder? laat het weten, ik ben benieuwd (en altijd in voor een aardbeienpraatje)!